Meten is weten: van decibel naar LUFS
Je kent ze vast nog wel. De decibel (dB) meter op een media apparaat, bijvoorbeeld op een cassettedeck of ander hifi component in je stereo-toren. Vroeger had je een VU-meter(een naald die heen en weer bewoog)en daarna de LED variant (2 rijen met lampjes die het volume aangaf).
Boven de 0dB werd de aanduiding of lichtkleur altijd rood aangegeven. Met een reden natuurlijk. In het analoge domein betekende (te ver) boven de 0dB of “in het rood gaan” oversturing/vervorming van het geluid maar afhankelijk van de media had je nog wel wat ruimte over boven de 0dB(headroom). Dus altijd rond de 0 blijven want dan was je geluid/ruis verhouding het meest optimaal.
In het digitale domein staat in het rood gaan (>0dB) gelijk aan digitale vervorming. Een no-go dus.
Tegenwoordig wordt geluid niet meer op dB of RMS afgemixt/opgeleverd maar op LUFS.
Hoe zit dit eigenlijk?
Toen nog in dB/RMS werd gemeten kwam het erg vaak voor dat nummers uit bijvoorbeeld een playlist (of album) niet allemaal even hard/zacht door de luisteraar werden ervaren ondanks dat alle nummers op een bepaalde maximum dB/RMS was afgemixt. Dit werd dus ervaren, een menselijks iets, iets wat het brein ons vertelde. Het bleek dat als je op een andere manier een gemiddelde luidheid kon bepalen en hierop alle nummers afmixte/masterde, de ervaring was dat alles even hard klonk.
Bij LUFS wordt onder andere 5% van de pieken en 10% van de zachtste delen weggelaten bij de meting. Hierdoor krijg je een eerlijkere verdeling tussen harde en zachte passages in een muziekstuk. Hierdoor ervaar je een meer gelijke gemiddeld volume tussen verschillende muziekstukken maar waarin je op het oog (bijvoorbeeld de wave vorm) toch verschil in volume ziet.
De LUFS standaard wordt gebruikt door alle hedendaagse streaming diensten, broadcasting en mastering studio’s enz. Een LUFS meter is dus noodzakelijk, want op het gehoor lukt je dit echt niet.
En marcovader.nl werkt natuurlijk ook in LUFS 😊